Doelgroep : voor wie

Ik werk samen met kinderen/jongeren en hun ouders alsook met volwassenen. Het is onmogelijk een allesomvattende lijst te maken van de problemen waarmee je in de praktijk terecht kan. De rode draad is vaak dat de moeilijkheden zich situeren op emotioneel vlak op sociaal vlak op lichamelijk vlak of op vlak van aandacht. Ik richt me ook op kinderen en jongeren met trauma of uit pleeggezin , vluchteling- of adoptiesituaties.

Kinderen, jongeren , volwassenen

Gevoelens en gedachten
Soms geraken kinderen of jongeren met zichzelf in de knoop. Ze hebben sombere ideeën over zichzelf en de wereld om hun heen. Ze voelen zich niet geliefd. Of ze zijn vlug ongerust, gespannen of angstig, schijnbaar zonder goede reden. Ze tonen zich onzeker, hebben weinig zelfvertrouwen, piekeren of huilen snel of tonen verlatingsangst..Sommigen hebben misschien in het verleden wel iets meegemaakt dat dit gedrag in gang heeft gezet. Maar in elk geval hebben ze er last van en belemmert het hun ontwikkeling.

Omgaan met anderen
Sommige kinderen vinden het moeilijk om vrienden te maken of te houden. Ze voelen zich onzeker in het contact of weten niet goed hoe ze dat best aanpakken. Ze hebben schrik om naar school te gaan, faalangst, moeite om dingen alleen te doen. Of ze hebben het gevoel niet bij hun ouders terecht te kunnen met de zorgen die ze ervaren.
Andere kinderen hebben een ‘kort lontje’ en belanden makkelijk in ruzies of fysieke conflicten, vertonen woedebuien, geraken soms in pestsituaties betrokken, als pester of als slachtoffer. Kunnen weinig vrienden maken of maken “verkeerde” vrienden, Ze vertonen weinig inlevingsvermogen. Ze kunnen moeilijk luisteren, vertonen teruggetrokken gedrag, kunnen heel onrustig en druk zijn, ...

Lichamelijke klachten
Ook bij het voorkomen van lichamelijke klachten is psychologische begeleiding vaak zinvol. Bijvoorbeeld bij aanhoudende of terugkerende zindelijkheidsproblemen of aan het voorkomen van tics. Maar ook bij minder duidelijke symptomen zoals hoofdpijn, buikpijn , druk op de borstkas , slaapmoeilijkheden of eetproblemen kunnen psychologische factoren een rol spelen. Het is hierbij wel belangrijk om steeds ook een zicht te hebben op de medische component via de huisarts of een specialist.

Sociaal-emotionele problemen bij adoptie- en pleegkinderen of kinderen met trauma
Voor sommige adoptie- of pleegkinderen lijken bepaalde ontwikkelingstaken – die voor andere kinderen eerder ‘gewoon’ of ‘min of meer vanzelf’ verlopen – onoverkomelijke struikelblokken. Ze worden niet vlot zelfstandig, krijgen hun emoties of hun gedrag niet goed gestuurd, vinden moeilijk een weg in relaties, hebben moeite om zich uit te drukken of het schools leren loopt niet zo goed… Hun ouders en de ruimere context, zoals bijvoorbeeld de school, kunnen dan de indruk hebben dat het kind vastloopt in zijn ontwikkeling, dat het niet als vanzelf opgroeit. Dergelijk vastlopen in ontwikkeling kan verbonden zijn met moeilijke gebeurtenissen en ervaringen in de voorgeschiedenis van het kind.
Adoptie- of pleegkinderen, hun ouders en bredere context hebben dan baat bij een hulpverleningscontext die met professionele kennis mee nadenkt over wat er aan de hand kan zijn en hoe er kan worden geholpen.

Aandacht en hyperactiviteit
Sommige kinderen zijn vaak druk, voelen zich onrustig, doen dingen zonder erbij na te denken, hebben moeite hebt om zich te concentreren of moeite met plannen en organiseren. Hierdoor komen ze in de problemen op school, thuis of op sociaal gebied. Vaak is er dan sprake van ADHD wat staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder. Er spelen ook vaak ADHD-gerelateerde klachten, zoals slecht slapen, moeilijk kunnen ontspannen, angst- of stemmingsklachten en stress. 

Ouders

Soms weet je als ouder even niet meer van welk hout pijlen maken. De aanpak die bij je ene kind prima werkt, slaat bij je andere kind helemaal niet aan. Je vindt het misschien moeilijk om steeds weer je geduld te bewaren. Je kinderen zitten elkaar naar jouw idee voortdurend in de haren, waardoor jij de hele tijd brandjes moet blussen. Of misschien ligt je kind met zichzelf in de knoop en heb jij het gevoel dat je hem of haar helemaal niet meer kan bereiken en steunen. Gezinsleden raken soms vast in patronen van omgaan met elkaar waar niemand zich goed bij voelt en de afstand tot elkaar alleen maar lijkt toe te nemen. Ouders kunnen voor ondersteuning en begeleiding in de praktijk terecht. Je kan contact opnemen bij bijvoorbeeld :

  • problemen in verband met bepaalde aspecten van de opvoeding (ruzies, machtsstrijd)
  • vastlopen in je rol als ouder
  • de relatie met je kind die onder druk staat